Vorige winter had ik het geluk nog even te kunnen reizen. Het was even ploegen tussen alle coronaregels, reisverboden en -restricties, maar uiteindelijk kwam Egypte als winnaar uit de bus. Het was niet te ver, niet te duur, mogelijk mits een negatieve test en je kon er zo goed als normaal reizen. Jazeker, restaurants waren open! Cafeetjes zijn er amper in Egypte, drie weken thee drinken dan maar. Wil je er ooit een paar kilo’s afkrijgen, reis dan naar een land met niet al te veel alcohol. Hop naar Egypte!
Joost
/
22 Jun 2023
Even ter zake, Mount Sinai, want daar wil ik jou eigenlijk wat meer over vertellen. Het was één van mijn laatste minitripjes binnen Egypte. Ik startte mijn reis met talloze Egyptische tempels, de zotste piramides, het afvaren van de legendarische Nijl Rivier en de hustle en bustle van miljoenensteden Caïro en Alexandrië. Een goede twee weken, talloze treinen, koude nachten, warme dagen, vele wandelkilometers en zand - heel veel zand - later, had ik echt wel zin om mijn reis af te sluiten ‘op ‘t gemakske’. Ik verkoos het backpackersdorpje Dahab, naar mijn weten de enige plek in Egypte deze naam waardig, om mijn laatste weekje te slijten. Waarom Dahab? Wel, die resorts van Sharm El Sheikh en Hurghada vind ik wel leuk voor een dagje of twee, maar dan wil ik ook weer actief zijn! Dahab was daar ideaal voor, aangezien talloze activiteiten hier mogelijk zijn: kitesurfen, duiken, quad biken, canyons bezoeken, … Maar vooral, van hieruit raak je makkelijk bij Mount Sinai!
Moest je je afvragen vanwaar deze naam een belletje doet rinkelen… de Bijbel. Of je nu een devote christen bent of niet, je hebt er wellicht al eens van gehoord. Mount Sinai - in de volksmond de Jabal Musa of Mozesberg genoemd - is die plek waar Mozes de tien geboden ontving. Dit gezegd zijnde, het was toch vooral de natuur, de beklimming en de uitzichten die mij naar hier haalden. Ongeveer elke Egyptenaar die ik de voorbije twee weken was tegengekomen, drukte mij op het hart dat dit een ‘once in a lifetime experience’ is. Zeker als je ‘s nachts gaat...
Inderdaad, ‘s nachts, een slapeloos nachtje! Dé populaire manier, dat is om deze berg in de donkere uurtjes te beklimmen en tegen zonsopgang op de top te staan. En populair is het zeker en vast. Bereid je maar voor op heel wat volk, corona of geen corona… Nu moet ik wel zeggen, waar hordes volk me zeker en vast kunnen storen op bepaalde plekken, was die hier niet het geval. Het gevoel om midden in de nacht de beklimming aan te gaan tussen menig Egyptenaar, in gesprek te gaan met hen en dat gedeelde doel te hebben om de top te bereiken, doet je als het ware op een bedevaartstocht voelen (misschien is dit voor sommigen effectief zo) en maakt het best gezellig!
Even concreet, hoe gaat het in zijn werk? Ik werd rond 22u afgehaald in Dahab met een gezellig minibusje (als enige buitenlander was ik een vreemde eend in de bijt). Een tweetal uurtjes en verschillende ‘security checkpoints’ later komen we bij de start van de wandeling. Pikkedonker is het en buiten wat bergcontouren bij maanlicht is er amper iets te zien. Na het vakkundig negeren van verschillende locals die me een kameel willen aanpraten als transportmiddel, beginnen we eraan. Spoiler alert voor de echte hikers, dit is (naar westerse standaarden) geen bijzonder zware en avontuurlijke klim. Dat maakt het natuurlijk niet minder de moeite, veel hangt af van je vooropgestelde verwachtingen!
Nu, kattepis is het ook niet… Je moet toch een 600 of 700 of 800 meter klimmen (afhankelijk van aan wie je het vraagt). Daartegenover staat dat je een zee van tijd hebt, er een mooi paadje ligt én dat je enkele gezellige theehuisjes tegenkomt om even op te warmen en uit te blazen onderweg. Mijn enthousiaste zelve begon razendsnel aan de klim. En dan berekende ik plots dat ik aan dit tempo om 3u ‘s nachts op de top zou staan en daar drie uur in kou en wind zou mogen verkleumen tot zonsondergang. Ik besloot al zelf om de ‘fysieke uitdaging’ achterwege te laten en liet me meeslepen in het Egyptische (non-)tempo van rustig slenteren en veel, heel veel, tea breaks te houden. Enkele uurtjes later houdt het mooie aangelegde paadje plots op en moet er toch nog een stevig stukje geklommen worden langs een steil zigzag weggetje. En dan staan daar enkele hutjes.
Afhankelijk van het uur dat je hier aankomt heb je dan nog even tijd voor, je raadt het al, wat thee te drinken. Het is nog steeds donker en koud (toch als je dit in de wintermaanden doet) en waanzinnig zware en onzachte dekens zijn nu toch wel welkom. We maken het hier lekker gezellig tot een half uurtje voor zonsondergang, wanneer we de laatste tien minuutjes helemaal tot de top klimmen. Ik zoek nog even het beste windvrije plekje om zo dadelijk de zonsopgang te aanschouwen. En dan is het zover, het moment waarvoor ik tot hier ben gekomen.
Het wordt lichter en lichter en stilaan zie je hele bergketen voor je uit rijzen. Even verderop zie ik Mount Catherine, de hoogste berg van Egypte (die je ook kan beklimmen). En dan komt daar dat oranjerode bolletje in de verte te voorschijn. Tijd voor een zonnebril, anders moet ik niezen… (Als je het niet gelooft, zoek het maar op in Google.) Beetje bij beetje veranderen de kleuren van de lucht en de bergen rondom mij. Het spel van licht en schaduw is echt wel prachtig. Ik waan me in een postkaartje! Het wordt nu ook lekker warm en de slapeloze nacht is snel vergeten. Foto, foto, foto… en dan vijf minuten later nog eens dezelfde foto en dan nog eens en dan nog eens. Tot ik besef dat geen enkele foto de realiteit weerspiegelt. Even puur genieten dan maar!
Een uurtje later is het tijd om terug te keren. Langs hetzelfde pad weliswaar, maar deze keer is dat eigenlijk helemaal niet erg. De heenweg legde ik helemaal in het donker af en tijdens de terugweg zie ik plots constant die prachtige bergen om mij heen. Vreemd om dit alles te zien en te weten dat dit er daarnet ook allemaal al was, maar nog onzichtbaar. Na enkele uurtjes komen we terug beneden. Oh ja, ik had het ook midden in de nacht nog niet gezien, maar hier beneden kan je nu ook het oudste klooster ter wereld bezoeken, Saint Catherine’s Monastery. Op de terugrit hierna val ik zo al wat half en half in slaap en dan rond de middag komen we terug aan in Dahab. Tijd voor een héél lange siësta!
Copyright 2024 © Mundero BV